Renate Rubinstein
ISBN: 90-290-2232-9
auto-Biografie
Nee heb je draagt de typische kenmerken van Renate Rubinstein: een uniek ego-document. Vanuit een verrassende invalshoek beschrijft ze haar ziekte met speelsheid, helderheid en onorthodoxe typeringen.
De heruitgave van dit boek verscheen in het kader van het 25-jarig bestaan van Stichting MS Research (www.msresearch.nl) in 2005. In dit boek staat een nog niet eerder gepubliceerd voorwoord van Renate zelf en een inleiding van Hans Goedkoop, die haar autobiografie schrijft.
Het boek wordt vergezeld door een DVD waarop enerzijds het boek integraal wordt voorgelezen door Renate Rubinstein zelf. Haar eigen stem geeft het strikt persoonlijke van de inhoud nog meer reliëf. Anderzijds bevat het een uitzending van het programma Markant, waarin Ischa Meijer haar interviewt.
Recensie(s)
Renate Rubinstein (1929-1990) heeft een volstrekt eigen en persoonlijke manier van schrijven. Dit boek is een zeer persoonlijk ('egocentrisch', schrijft ze zelf) document. In een aantal korte beschouwingen beschrijft ze hoe een ziekte, multiple sclerose, zich bij haar manifesteert en welke gevoelens, problemen en veranderingen dit bij haarzelf en haar omgeving teweeg brengt. Haar talent om datgene wat zij observeert, helder en herkenbaar en met een voortdurend aanwezige onderhuidse humor aan het papier toe te vertrouwen, doet dit boek ver uitstijgen boven een gewone ziektegeschiedenis. Renate Rubinstein maakte van haar 'Notities over ziek zijn' zeer persoonlijk, maar voor iedereen toegankelijk proza. Aan deze nieuwe druk is een dvd toegevoegd, waarop een interview met de schrijfster door Ischa Meijer en een door haarzelf voorgelezen versie van 'Nee heb je' staan.
Recensie
Cox Habbema speelde de afgelopen maanden in kleine theaterzalen, ziekenhuizen en verpleeghuizen de theatermonoloog Nee heb je. De monoloog is een bewerking van het gelijknamige boekje dat Renate Rubinstein schreef over haar leven met MS. Op 12 april werd Nee heb je opgevoerd in het kleine theater Cultura te Ede.
"En nu kan ik nooit meer naar de Bijenkorf…"
Renate Rubinstein
Eerst even iets over Renate Rubinstein. In Berlijn geboren in 1929, moest Renate op jonge leeftijd met haar ouders voor de oprukkende nazi's vluchten. Via Londen kwam het gezin in Amsterdam terecht. Haar vader werd alsnog opgepakt door de Duitse bezetter in 1940 en naar Auschwitz afgevoerd.
Vanaf 1962 schreef Renate onder het pseudoniem Tamar (palmboom) een vlijmscherpe column in Vrij Nederland, die voor heftige polemieken met andere columnisten en schrijvers (W.F. Hermans) zorgde. Zelf zegt ze daarover in Nee heb je: "Alles wat je in die tijd in progressieve kampen niet mocht zijn was ik: anti- communistisch, pro-Amerikaans, anti- IKV." In 1977 wordt bij haar MS geconstateerd. Jarenlang houdt ze dit uit de publiciteit, bang dat ze niet meer serieus genomen wordt in haar politieke stellingnames. "Niet goed snik" zoals ze het zelf zegt. Een interview met Adriaan van Dis, die haar uitdaagt het vreselijke woord uit te spreken, doet haar inzien dat het beter is de waarheid onder ogen te zien en te benoemen.
Cox Habbema
Cox Habbema (1944) is bekend als actrice in Nederland en Duitsland, schrijfster van Koffer in Berlijn, directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg, ambassadrice van de Stichting MS Research sinds 1996 maar ook vriendin van Renate Rubinstein. Wie zou het boek van Renate beter voor het voetlicht kunnen brengen dan zij?
"Sinds haar dood, of eigenlijk al sinds ik het boek gelezen heb, wilde ik er een theatermonoloog van maken" vertelt Cox me voor de voorstelling in Ede. De 25 jarige verjaardag van de Stichting MS Research was een goede aanleiding om er een klein tourneetje van te maken, dat Cox uitdrukkelijk opdraagt aan Renate Rubinstein. De opbrengsten zijn bestemd voor de Stichting.
Cox kent Renate uit de tijd dat ze directeur was van de Stadsschouwburg in Amsterdam. "Ze kwam met Annie MG Schmidt, die bijna blind was, op haar stepje naar de schouwburg. Ik zorgde dat de loge voor hen toegankelijk was, met een plank. Dan zaten die twee daar, de lamme en de blinde zoals ze zelf zeiden, de blitz te maken en te gebaren naar de zaal" vertelt ze, nog nagenietend. Cox Habbema zorgde ervoor dat de schouwburg toegankelijk werd gemaakt door middel van een lift. "Dat was nog niet zo eenvoudig in zo'n oud pand, maar ik vond het belangrijk dat iedereen, oud of gehandicapt van een voorstelling zou kunnen genieten. Het leven is al zwaar genoeg voor mensen die wat hebben, je hoeft ze niet ook nog eens te beknotten in hun bewegingsmogelijkheid," zegt Habbema.
Na de voorstelling, die voor mij en veel zaalgenoten een 'feest' van herkenning was, vraag ik Cox Habbema of ze nu ook een andere kijk heeft gekregen op ziekte en afhankelijk zijn. "Nee, zegt ze, 'ik neem het leven zoals het komt. Als iemand zegt: ik heb hier last van, dan ga ik kijken wat je eraan kunt doen, hoe je het kunt oplossen, om het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Ik vind dat mensen die ziek zijn zoveel mogelijk hun eigen leven moeten kunnen leiden, daarin probeer ik ze te steunen. Léven, dat is het belangrijkste."
Stuk gaat over mijn leven, mijn angsten
Hoewel ik het boekje bijna uit mijn hoofd ken, beleef ik de monoloog van Cox Habbema intensief. Op het toneel zit, loopt en praat iemand met MS, en het gaat ook over mijn leven, mijn angsten, twijfels en strijdlust. Cox Habbema geeft een overtuigend beeld van de schrijfster, die piekert, peinst, filosofeert en met humor observeert hoe haar leven met MS verloopt, hoe de wereld tegen haar aankijkt, hoe zij de wereld van de gezonden bekijkt. Zonder de verschrikkingen van de fysieke aftakeling te verzwijgen. Nuchter doet ze er verslag van.
De zaal lacht op momenten die voor lopende mensen zonder hulpmiddelen misschien niet zo grappig klinken: scheuren met je scootmobiel, een betoog over de lelijkheid van hulpmiddelen. Renate laat in haar stukjes zien dat het perspectief van de 'erkende zielepoot' ánders is dan de gezonde mens door de bank genomen heeft. Iemand die haar tegen het middaguur nog in haar pyjama ziet zitten denkt misschien: ze is zielig. Terwijl zij met een meesterlijke alinea bezig is en tevreden over wat ze die morgen geschreven heeft. Haar waarheid en werkelijkheid is een andere.
Na aarzeling over haar rol "Wat voor soort invalide zou ik worden? Welke rol zou ik kiezen? De dapper-glimlachend-door-zijn-tranen-heen-invalide? De woedende invalide, schrik en gerechtigheid met zijn stok om zich heen slaand? De oprechte invalide of de liegende?" (Nee heb je) besluit ze niet meer met de ogen van de buitenstaander naar zichzelf te kijken en haar eigenzinnige weg te gaan.
Ze blijft in haar stukjes steeds op zoek naar wat het individu werkelijk beweegt. Wat háár beweegt. Ze spreekt volstrekt voor zichzelf, niets verhullend. En toch is het voor anderen heel herkenbaar als ze de gevoelens beschrijft die haar overkomen als ze ziek wordt.
Recensie: Renate Rubinstein – Nee heb je
Goede raad aan mijzelf
Ongeveer een jaar geleden liet Renate Rubinstein zich voor de VPRO-televisie door Adriaan van Dis interviewen. Ze had toen net haar medewerking aan Vrij Nederland opgeschort na een stevig conflict met haar mede-columnist Piet Grijs. De vrijkomende tijd zou ze benutten om een biografie van prins Willem-Alexander te schrijven, ter gelegenheid van dienst achttiende verjaardag. Van Dis ontlokte haar de uitspraak dat ze bovendien werkte aan een boek over haar ziekte, maar hij kreeg haar niet zo ver de naam van die ziekte te noemen.
MS is een neurologische aandoening, nog ongeneeslijk. Om onze zenuwen zit isolatiemateriaal, gemaakt door myeline, en als daar gaten in vallen komen de prikkels vanuit de hersenen niet goed door. Verlamming is doorgaans het gevolg. Het is een progressieve ziekte, op een periode van stabiliteit volgt weer een neergang.
De aard en het verloop van de ziekte worden door Rubinstein niet uitvoerig beschreven, waar het haar om gaat is wat zo’n ziekte met iemand doet. Als bij iedere grote emotionele schok geldt ook hier de fasen-theorie die Elisabeth Kübler-Ross over het accepteren van de naderende dood opstelde: op ontkenning en woede volgen depressie en aanvaarding. Rubinstein daarover:
Je moet de waarheid onder ogen zien, dat is waar. Maar toch moet je zelf uitvinden wat die waarheid eigenlijk is en er niet minder van maken, maar ook niet meer. Je moet niet slachtoffer worden van een naam, een begrip, een idee dat de mensen hebben en dat je daarom zelf ook hebt. Je moet kijken naar wat werkelijk is. Dat is mijn programma.
Ik vind het een even realistisch als moedig standpunt.
MS leidt ertoe dat werken nog maar een paar uur per dag mogelijk is: ‘Tijd,’ zegt Rubinstein, ‘is mijn kapitaal geworden.’ Misschien is dat de reden waarom de teksten in Nee heb je zo’n bijzondere concentratie verraden – er staat geen woord te veel in, en de toon is nergens die van beklag. Woede is er, ja, wanneer je machteloos in een pier van Schiphol op de vloer zit, niet in staat op eigen kracht de uitgang te bereiken. En verdriet, zoals tijdens het bezoek aan het verpleeghuis waar Jan Hein Donner verblijft. Maar beklag niet. Een boek ‘vol goede raad aan mijzelf’ noemt Renate Rubinstein haar bundel, en die goede raad komt er op neer dat het onverstandig is in de toekomst te leven. ‘Stel je zaak op niets, laat alles meevallen.’ Net als Niets te verliezen is Nee heb je een wijs boek en, naar ik hoop, een troost voor velen.
Anton Brand
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
wat vond je van deze post?